Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
post
Lesezeit: 7 Minuten

Wordt er bij u in het bedrijf veel met trappen en ladders gewerkt? Dat brengt risico’s met zich mee. Om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren, is het gebruik van ladders en trappen aan een aantal regels gebonden. Ongeacht of in uw bedrijf houten bouwladders, telescopische ladders, reformladders of trapladders worden gebruikt: bij het werken met verplaatsbaar klimmaterieel moet extra worden gelet op de veiligheid. In dit artikel leest u waar u precies rekening mee moet houden bij het werken op een ladder, tot welke hoogte het is toegestaan om op een ladder te werken en welke wettelijke voorschriften van toepassing zijn.

In 2002 hebben werkgevers en werknemers in de bouwsector afspraken met elkaar gemaakt over het veilig gebruik van ladders en trappen. Deze brancheafspraken zijn opgenomen in het zogenaamde A-blad Ladders en Trappen. Het A-blad, dat ook goed buiten de bouw te gebruiken is, helpt werkgevers en werknemers om zich aan de Arbowetgeving, de Europese richtlijn en het Warenwetbesluit te houden.

Veiligheid bij het werken op ladders en trappen

Het reeds genoemde A-blad Ladders en Trappen bevat alle regels en instructies voor het veilig werken op ladders en trappen. Het is belangrijk dat alle betrokken personen in uw bedrijf hier kennis van nemen. De belangrijkste punten vatten we hieronder voor u samen.

1.     Risico-inventarisatie en -evaluatie

Iedere werkgever is verplicht om een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit te voeren. Daarin moeten de risico’s van het werken met draagbaar klimmaterieel ook aan bod komen. Zo kunt u situaties met een verhoogd risico, zoals de aanwezigheid van elektriciteit of een werkplek met extra groot valrisico, vroegtijdig herkennen en passende maatregelen nemen. Bespreek de resultaten met de gebruikers van de trappen of ladders, en houd er rekening mee bij het opstellen van uw veiligheids-en gezondheidsplan (V&G-plan).

2.     Kies voor de juiste ladder

U heeft de juiste ladder of trap nodig voor het beoogde doel en de plaats van gebruik. Daarbij moet u rekening houden de werkzaamheden die worden uitgevoerd, het draagvermogen en de ondergrond:

  • Ondergrond

De ondergrond moet stevig en gelijkmatig zijn, om wegglijden of wegzakken te voorkomen. Als het echt niet anders kan, dan zijn er voor oneven ondergronden verlengpoten verkrijgbaar. Zet een ladder nooit op een steiger of een losse ondergrond.

  • De werkzaamheden

Zorg ervoor dat u zo ergonomisch mogelijk werkt. Met name platformladders zijn geschikt voor veel klussen, omdat ze een hoog veiligheidsniveau hebben.

  • De werkhoogte

De maximale werkhoogte op ladders mag niet hoger zijn dan 7,5 meter, bij voorkeur zelfs niet hoger dan 5 meter. Let er bij het kiezen van een geschikte ladder op dat u – afhankelijk van het type ladder – niet op de bovenste twee tot vier treden of sporten mag staan.

  • Het draagvermogen

Ladders en trappen mogen niet zwaarder worden belast dan met het maximaal toegestane gewicht.

3.     Voorlichting

Uw werknemers dienen voorlichting te krijgen over hoe ze veilig kunnen werken op een ladder. Hierbij hoort bijvoorbeeld ook voorlichting over het gebruik van medicijnen die het evenwicht of reactievermogen beïnvloeden.

4.     Bronnen van gevaar minimaliseren

Tijdens het werken op een ladder kan er kan extra gevaar ontstaan door externe omstandigheden. Wees vooral op uw hoede als u te maken hebt met de volgende situaties:

  • Elektrische installaties
  • Mogelijk explosiegevaar
  • Leidingen
  • Intern transport
  • Schachten of kanalen
  • Kraansystemen

Veiligheidscontrole

Werknemers moeten in staat zijn vóór elk gebruik zelfstandig de veiligheid van het klimmaterieel te controleren. Bovendien moeten de ladders en treden regelmatig door een deskundige worden geïnspecteerd om na te gaan of ze in goede staat verkeren. Defecte ladders of trappen mogen niet meer worden gebruikt.

De volgende punten zijn belangrijk bij de veiligheidscontrole van een ladder:

  1. Sporten, stijlen en platforms

    Werken op een ladder, stap 1 veiligheidscontrole: sporten, stijlen en platforms controlerenDe stijlen, sporten of treden en platforms dienen vrij te zijn van vervormingen, beschadigingen, corrosie en slijtage.

  2. Spreidbeveiliging en beslag

    Werken op een ladder, stap 2 veiligheidscontrole: spreidbeveiliging en beslag controlerenControleer de spreidbeveiliging en het beslag. Zijn deze onderdelen compleet en functioneren ze naar behoren? Zitten ze ook stevig vast? Let daarnaast op eventuele schade.

  3. Poten en wieltjes

    Werken op een ladder, stap 3 veiligheidscontrole: poten en wieltjes controlerenOm de stabiliteit te garanderen, moet u controleren of de poten en/of wieltjes stevig vastzitten, naar behoren functioneren en of ze slijtage vertonen. Het antislipprofiel van de poten mag ook niet beschadigd zijn.

  4. Accessoires

    Werken op een ladder, stap 4 veiligheidscontrole: accessoires controlerenOok de accessoires moeten gecontroleerd worden: verlengpoten en muursteunen moeten goed vastzitten. Controleer of alles naar behoren functioneert en of er tekenen van slijtage zijn.

  5. Stickers

    Werken op een ladder, stap 5 veiligheidscontrole: ladders van stickers voorzienEen ladder die goedgekeurd is, moet van controlestickers worden voorzien, die goed leesbaar en stevig bevestigd zijn, zodat duidelijk is dat u op de ladder mag werken.

De bovenstaande punten kunt u ook allemaal terugvinden in het A-blad. Deze lijst kan erg handig zijn bij het controleren van uw klimmaterieel.

Welke wetgeving en voorschriften gelden voor het werken op ladders?

Het wettelijke kader voor de omgang met ladders en trappen in bedrijven wordt met name gevormd door de EG-Richtlijn 2001/45. De belangrijkste punten hiervan zijn tevens opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 7.23. Daarnaast is de Warenwet besluit Draagbaar Klimmaterieel bepalend voor de producteisen waaraan ladders en trappen moeten voldoen. Er zijn ook Europese en Nederlandse productnormen voor trappen en ladders, maar deze zijn vooralsnog niet opgenomen in de Warenwet.

Ladders en trappen als werkplek?

Trappen en ladders zijn niet als werkplek bedoeld. Dat heeft goede redenen: het werken op hoogte vanaf een trap of ladder staat in de top 3 van oorzaken van ernstige ongevallen op de werkvloer. Bij het werken op een ladder of trap worden werknemers blootgesteld aan verschillende risico’s:

  • Lichamelijke belasting: het tillen, neerzetten en verwijderen van de trap of ladder, alsmede het langdurig staan op smalle sporten, grote krachtinspanning of het reiken buiten de ladder met de arm.
  • Valgevaar
  • Weersomstandigheden: bij het werken op een ladder kunnen neerslag, ijzel en wind een risico vormen.
  • Risico’s door andere activiteiten: aanstoot- of aanrijdgevaar, vallende objecten.
  • Andere eventuele risico’s: denk bijvoorbeeld aan elektriciteit bij het werken met bijvoorbeeld bovenleidingen.

In het Arbobesluit is daarom bepaald dat ladders als werkplek op hoogte niet zijn toegestaan indien een veiliger arbeidsmiddel kan worden gebruikt, zoals steigers of personenliften. Soms is dat echter niet mogelijk vanwege economische of technische redenen. Indien de werkomgeving niet geschikt is voor deze veiligere alternatieven en de werknemer kan aantonen dat hij of zij niet bij machte is dit te veranderen, is het gebruik van ladders en trappen als werkplek bij uitzondering toegestaan.

Daarbij geldt dat er slechts korte tijd vanaf een ladder of trap mag worden gewerkt. Voor een ladder is dat vier uur, voor een trap zes uur – opgevat als de totale werkduur per project, inclusief deelprojecten en uitbesteed werk. Ook moet worden gelet op de reikwijdte waarin wordt gewerkt (gemeet in armlengtes), de lichamelijke kracht die bij de werkzaamheden wordt uitgeoefend en de hoogte van de ladder of trap. Met behulp van de schema’s 2a en 2b in het A-blad Ladders en Trappen kunt u voor uw situatie bepalen of ladders of trappen wel of niet als werkplek zijn toegestaan.

Over het algemeen geldt: bij het werken op hoogte mogen ladders en trappen alleen voor korte tijd en voor lichte werkzaamheden worden gebruikt. Verder zijn ladders bedoeld om een tijdelijke, hoger gelegen werkplek te bereiken. Ladders en trappen zijn niet toegestaan als middel om materialen naar boven en beneden te tillen.

Veelgestelde vragen over werken op een ladder of trap

Welke voorschriften gelden er?

Het wettelijke kader voor de omgang met ladders en trappen in bedrijven wordt met name gevormd door de EG-Richtlijn 2001/45. De belangrijkste punten hiervan zijn tevens opgenomen in het Arbobesluit, artikel 7.23. Daarnaast is de Warenwet besluit Draagbaar Klimmaterieel bepalend voor de producteisen waaraan ladders en trappen moeten voldoen. Er zijn ook Europese en Nederlandse productnormen voor trappen en ladders, maar deze zijn vooralsnog niet opgenomen in de Warenwet.

Een handig overzicht van alle wettelijke voorschriften en brancheafspraken op dit gebied kunt u vinden in het A-blad Ladders en Trappen. Het A-blad helpt werkgevers en werknemers om zich aan de Arbowetgeving, de Europese richtlijn en het Warenwetbesluit te houden.

Kan een ladder als werkplek worden gebruikt?

Trappen en ladders zijn in principe niet als werkplek bedoeld. In het Arbobesluit is bepaald dat ladders als werkplek op hoogte niet zijn toegestaan indien een veiliger arbeidsmiddel kan worden gebruikt, zoals steigers of personenliften. Soms is dat echter niet mogelijk vanwege economische of technische redenen. Indien de werkomgeving niet geschikt is voor deze veilige alternatieven en de werknemer kan aantonen dat hij of zij niet bij machte is dit te veranderen, is het gebruik van ladders en trappen als werkplek bij uitzondering toegestaan.

Daarbij geldt dat er slechts korte tijd vanaf een ladder of trap mag worden gewerkt. Voor een ladder is dat vier uur, voor een trap zes uur – opgevat als de totale werkduur per project, inclusief deelprojecten en uitbesteed werk. Ook moet worden gelet op de reikwijdte waarin wordt gewerkt (gemeet in armlengtes), de lichamelijke kracht die bij de werkzaamheden wordt uitgeoefend en de hoogte van de ladder of trap. Met behulp van de schema’s 2a en 2b in het A-blad Ladders en Trappen kunt u voor uw situatie bepalen of ladders en trappen wel of niet als werkplek zijn toegestaan.

Waar moet de veiligheidsdeskundige op letten bij de periodieke controle van ladders en trappen?

• De inspectieperiode mag niet overschreden zijn.
• De stijlen (ladderbomen), sporten of treden, beslag, beugels of opsteekhaken en platformen dienen vrij te zijn van vervormingen, beschadigingen, corrosie en slijtage.
• Houten ladders dienen eenmaal per jaar te worden behandeld met een beschermend middel.
• De voeten of wieltjes moeten ook worden gecontroleerd op slijtage. Het anti-slipprofiel van de voeten mag niet zijn beschadigd.
• Een ladder die onvolledig is mag niet worden gebruikt.
• De ladder moet vrij zijn van vuil, verf, modder, sneeuw, ijs, vet, e.d.
• Reformladders mogen niet worden gebruikt wanneer de spreidbeveiliging defect is.
• Ladders die zijn goedgekeurd moeten van een sticker worden voorzien, zodat duidelijk is dat ze mogen worden gebruikt.

Let op: de hier genoemde voorschriften zijn slechts een keuze uit de belangrijkste wettelijke richtlijnen. Voor gedetailleerde informatie verwijzen we u naar de hier weergegeven voorschriften en wetten. Bij de concrete omzetting in uw bedrijf dient u zich bij twijfel tot een deskundige te richten.

Bron afbeelding:
© gettyimages.de – sturti